U als ouder/verzorger

  • zorg dat uw kind op het afgesproken tijdstip klaar staat. Na een korte wachttijd van maximaal 2 minuten, rijdt de chauffeur verder en moet u er zelf voor zorgen dat uw kind op tijd op school komt.
  • geeft bijzonderheden vooraf door aan de chauffeur.
  • meldt op tijd aan het vervoerbedrijf als uw kind niet mee reist door bijvoorbeeld ziekte, doktersbezoek of iets dergelijks.
  • meldt op tijd aan het vervoerbedrijf dat uw kind weer mee reist.
  • geeft de medicijnen die uw kind moet krijgen zelf af op school.
  • zorgt zelf voor een kinderstoeltje, als dat nodig is.
  • zorgt voor opvang als uw kind thuis wordt gebracht.
  • bent verantwoordelijk tot op het moment dat uw kind instapt in de bus en vanaf het moment dat het kind de bus verlaat.

Heeft u klachten of problemen met betrekking tot het leerlingenvervoer? Wendt u zich dan in eerste instantie tot de chauffeur, het vervoerbedrijf of de directeur van de school. Als het nodig is wordt in laatste instantie de gemeente Beesel ingeschakeld.

Het kind

  • blijft op zijn/haar vaste zitplaats zitten.
  • gebruikt de autogordel (verplicht).
  • gebruikt gewone taal, dus geen schuttingwoorden en is beleefd tegenover zijn/haar medepassagiers en de chauffeur.
  • heeft respect voor andermans eigendommen.
  • mag de veiligheid van zichzelf of van de medereizigers door zijn/haar gedrag niet in gevaar brengen.
  • luistert naar de chauffeur: in de bus/taxi is de chauffeur de baas.

Het niet nakomen van deze spelregels kan leiden tot (tijdelijke) uitsluiting van deelname aan het leerlingenvervoer. Volgens de leerplichtwet bent u als ouders/verzorgers ook in dat geval nog altijd verplicht om uw kind deel te laten nemen aan het onderwijs. Dit betekent dat u er dan zelf voor moet zorgen dat de leerling naar school gebracht wordt.

De chauffeur

  • stelt zich aan u voor en houdt zich aan de met u gemaakte afspraken.
  • vervoert uw kind veilig en verantwoord en houdt zich aan de wettelijke voorschriften.
  • zorgt dat de de kinderen de veiligheidsgordels gebruiken.
  • neemt de sleutels uit het contact als hij de auto verlaat.
  • meldt problemen met een of meerdere leerlingen bij de eerste gelegenheid aan de directie van de school en de betrokken ouders.
  • laat de leerlingen altijd aan de rechterzijde van de straat uitstappen en helpt de leerlingen als dat nodig is.
  • rijdt niet weg voordat alle kinderen op hun vaste plaats zitten en de veiligheidsgordels vastzitten.
  • zet rolstoelen in de daarvoor bestemde klemmen vast.
  • rookt niet tijdens de rit en zorgt dat de bus/taxi goed gelucht is.
  • neemt in het geval van een noodsituatie direct contact op met zijn/haar werkgever. Deze neemt vervolgens direct contact op met de school/de ouders en de opdrachtgever.