Van maandag 3 februari tot en met vrijdag 7 februari 2020 staat Nederland in het teken van de circulaire economie. In het kader van De Week van de Circulaire Economie heeft gemeente Beesel twee bedrijven bezocht die bezig zijn met het hergebruiken van grondstoffen. Hieronder staat het verhaal van St. Joris, die geglazuurde bouwkeramiek maakt en daarbij grondstoffen opnieuw gebruikt.

Sinds jaren staat de fabriek St. Joris in Beesel. Ze maken er geglazuurde bouwkeramiek voor projecten door heel de wereld. Dit wordt nog op een ambachtelijke manier gedaan. Voor elk project zijn de kleuren en de vormen van de stenen weer anders. Binnen de gemeente Beesel kun je de stenen van St. Joris bijvoorbeeld vinden op de markt in Reuver. Maar niet alleen hier, ook in Rusland en in London zijn de stenen van St. Joris te bewonderen. Maar de fabriek begon niet met het maken van geglazuurde bouwkeramiek. Door de jaren heen hebben ze veel veranderingen doorgemaakt. Tegenwoordig zijn ze er ook nog eens duurzaam bezig, voor de toekomst. In dat kader bezoeken we de fabriek op een koude dag in januari. 

We proberen grondstoffen zoveel mogelijk opnieuw te gebruiken. Daarnaast wil je ook niet te veel ‘afval’ afvoeren of opstapelen.

Oprichting: de jaren twintig en dertig

We ontmoeten Jeroen van Thiel, directeur bij St. Joris. Hij vertelt enthousiast over de geschiedenis van St. Joris. St. Joris begint in de jaren twintig als steenfabriek. Op 23 juni 1923 wordt de NV Steenfabriek St. Joris opgericht. Ze gebruiken klei uit de Maas om metselstenen te maken. Jeroen van Thiel vertelt ons hoe de stenen in de velden rondom de fabriek worden uitgestald om te drogen. Iets later wordt een ringoven aangeschaft, waardoor het assortiment aan producten kan worden uitgebreid. Hiermee kan de steenfabriek zich dan al onderscheiden.
Als in de jaren dertig de crisisjaren toeslaan, gaat het ook met de fabriek minder goed. Er is minder vraag naar bouwmateriaal. Maar de crisisjaren bieden ook kansen voor de fabriek. Er komt ruimte voor experiment en dit leidt tot nieuwe producten voor nieuwe toepassingen. Bij de fabriek ontstaat een keramiekafdeling, waar onder andere potten, kannen en beelden worden gemaakt. In 1940 wordt vervolgens de naam veranderd in NV Kleiwarenfabriek St. Joris.

De Tweede Wereldoorlog, de volgende veranderingen

Van de jaren dertig maken we in ons gesprek een kleine sprong naar de Tweede Wereldoorlog. Net als in de jaren dertig is er ook tijdens de Tweede Wereldoorlog geen vraag meer naar bouwmaterialen. Zeker tegen het eind van de oorlog lag de fabriek zo goed als stil. Voornamelijk de afdeling keramiek in het atelier begon snel na de oorlog weer volop te draaien. De kunstenaars die hier onder andere vazen, potten en kerkkunst maakten, brachten het procedé van glazuren mee, vertelt Jeroen. Daardoor is ook de fabriek gaan experimenteren met geglazuurde bouwkeramiek. En dat maken ze nu nog steeds.    

De fabriek blijft in verandering

Hoewel er nog steeds met de hand ambachtelijk geglazuurde bouwkeramiek wordt gemaakt, blijven de ontwikkelingen in de fabriek niet stil staan. “De laatste vijf  jaar is circulaire economie op de radar gekomen” vertelt Jeroen. “We proberen grondstoffen zoveel mogelijk opnieuw te gebruiken. Daarnaast wil je ook niet te veel ‘afval’ afvoeren of opstapelen.” Dit gaat echter niet allemaal makkelijk. “Als je je eigen grondstoffen hergebruikt, dan weet je precies wat het is. Maar als je afval of grondstofstromen inkoopt, weet je niet wat de kwaliteit is. Bovendien moet je er je recepturen op aanpassen.” Het vergt daarom ook heel wat flexibiliteit. Niet alleen van de fabriek, maar ook van de klanten. Daar zit nog niet iedereen op te wachten. Maar het zal in de toekomst steeds meer worden. 

Klaar voor de toekomst

Niet alleen hergebruik van materialen staat op de agenda van St. Joris. Ze proberen er ook zo min mogelijk materiaal te gebruiken, om verspilling tegen te gaan. En daarnaast voeren ze de werkzaamheden zo energiezuinig mogelijk uit. Het gesprek over zonnepanelen op het grote bedrijfsdak wordt ondertussen ook al gevoerd. Dat circulair werken niet altijd makkelijk is, wordt ons al snel duidelijk. Waarom ze dan toch voor de circulaire weg kiezen? “Dit is een vereiste voor de toekomst. Elk bedrijf zal hier mee bezig moeten gaan. Als je dit nu niet doet, val je later buiten de boot. En komt het niet van regelgeving, dan zal het uit de markt komen. Om dat weer in te halen als je nu niet al begint, dat wordt moeilijk”.